© Webmaster: Frans Hoppenbrouwer - Modelvliegclub IKARUS - Tubbergen

Bouw een schuimprofiel-snijmachine
Auteur: Curtis Suter
Vertaling en toevoegingen (in blauw cursief): Frans Hoppenbrouwer
De bouw en het gebruik van een geautomatiseerde schuimprofiel-snijmachine.

Hier een foto van wat we gaan bouwen: de snijboog, het trekmechaniek, een schuimplaat en de profielmallen.

Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in het kunnen snijden van mijn eigen schuimvleugels en heb dat meerdere keren geprobeerd met verschillend resultaat.

Als je tijd meer waard is dan je beschikbare hoeveelheid geld, koop dan meteen de professionele Tekoa Feather/Cut, waarvan iedereen zegt dat het 't beste is op dit gebied, maar voor mij is dat te veel gevraagd van mijn modelbouwbudget.

Toen ik besloot om mijn eigen "hands-free" profielsnijder te maken was de voorbereiding moeizaam. Er waren meer verschillende mogelijkheden dan woorden in dit artikel en ik kon maar niet die ene manier vinden die me echt beviel. Er was altijd wel iets dat volgens mij beter kon in opstelling, prijs van de onderdelen, methode, ontwerp, materialen, enz.

Het bracht me tot dit artikel, waarin ik de lezer aan de hand wil nemen bij het hele proces van kopen, bouwen, afstellen en tenslotte schuimprofielen snijden. Let wel, alleen het in elkaar zetten van dit artikel komt voor mijn rekening. De ideeën, methodes, enz... komen uit andere bronnen. Ik bedank hierbij al die bronnen die ik heb gebruikt.

Allereerst moet je inkopen gaan doen. Eenmaal thuis met alle spullen kostte het me ongeveer twee uur om zowel de "Snijboog" als het "Trekmechaniek" in elkaar te zetten en dat voor slechts 40,- US Dollar. Vervolgens, na het verknoeien van wat schuim om temperatuur en techniek te testen, heb ik nu moeiteloos enkele mooie en perfecte schuimvleugels gesneden voor een discus vrijevlucht zwever.

Laten we beginnen. Hier is je boodschappenlijstje:

Onderdelen lijst
Snijboog onderdelen:
● 1 stuks hardhouten lat, afm. 38 x 19 x 1520 mm voor het handvat van de snijboog (ik gebruikte een eiken lat).
● 1 stuks verenstalen as ("music wire") rond 6,5 mm, lang 900 mm, voor de benen van de snijboog.
● Hete draad: ik gebruikte 0,4 mm roestvrij stalen visdraad (0,5 mm isachrome weerstandsdraad van Conrad voldoet ook prima).
● Staartwiel bouwsetje: wiel, as en busjes.

Trekmechaniek:
● 2 stuks vurenhouten draadtrek-latten, afm. 38 x 19 x 1520 mm, voor de vaste- en de zwenkarm.
● 4 stuks katrolwieltjes, rond 30 mm, voor geleiding van de trekkoorden van het trekmechaniek.
● 4 stuks sluitringen om er voor te zorgen dat de katrollen vrijlopen van de houten latten.
● Trekkoord voor het trekmechaniek (ik gebruikte nylondraad van de lier, dat ik nog had).
● Houtschroeven ter bevestiging van de katrollen aan de vaste arm.
● Houtschroeven ter bevestiging van de vaste arm aan je werktafel.
● Een 12 mm bus met bijpassende bout en moer t.b.v. het draaipunt van de zwenkarm.
● 3 stuks kleine klemmen om de trekdraden aan de zwenkarm te klemmen.
● 500 gram "dood" gewicht om de snijboogdraad door het schuim te trekken (ik gebruikte een zak gedroogde bonen).
● Kleine krokodilklemmen.

Het maken van de snijboog

Nu je weer thuis bent na het boodschappen doen gaan we beginnen met de bouw van de snijboog. We hebben de hardhouten lat van 38 x 19 x 1500 mm nodig, die het handvat van de boog wordt. Zaag het in twee stukken, één van 600 mm en één van 900 mm. Die van 600 mm staat ook op de tekening aangegeven en kan straks profielen tot een lengte van ongeveer 500 mm snijden. Het handvat van 900 mm kan profielen tot 800 mm snijden.
Ja, inderdaad je krijgt twee snijbogen voor de prijs van één stuk hardhout. De boogbenen zijn uitwisselbaar voor beide booghandvaten. Zaag nu de uiteinden van elk booghandvat schuin af, onder een hoek van 22,5 graden.
Boor op een afstand van ongeveer 20 mm van het uiteinde onder diezelfde hoek een gat rond 6,5 mm, waarin de stalen as past, niet te los en niet te strak. Zaag vervolgens van de stalen as twee stukken van 360 mm lengte. Vijl een groef van ongeveer 1-2 mm in ieder uiteinde helemaal rondom. Dit houdt de snijdraad op zijn plaats.
Schuif nu de beide stalen assen in het handvat, neem je 0,4 mm roestvrij stalen draad en wind het rond een van de assen en draai het een aantal keren, om het op zijn plaats te houden. Zie afbeelding 2 en 3.
Trek nu de draad zodanig strak om de tweede as dat beide assen zich iets buigen en recht onder het booghandvat komen te staan en maak de snijdraad op dezelfde manier vast als de eerste. De draad moet zingen als je er aan plukt. Het mooie van deze constructie is dat wanneer de draad uitzet/krimpt tijdens verhitten/afkoelen, de spanning in de verenstalen assen zich automatisch aanpassen aan de snijdraadspanning. Daarom hoef je de spanning in de draad niet zelf te verminderen voordat je de stroom er af haalt! Briljant!

Gefeliciteerd, je hebt nu een snijboog gemaakt.
We zijn echter nog niet helemaal klaar, want voor het geautomatiseerde proces hebben we nog een geleidewiel nodig.
Zie afbeelding 4 en 5.

De hoogte of de grootte van het staartwieltje is niet kritisch; ik gebruikte wat ik nog beschikbaar had. Boor een gat in het handvat en bevestig je (eigengemaakte) staartwielje soepel draaiend aan het houten handvat van de snijboog. Het wiel moet instelbaar blijven, maar zodanig, dat het zijn instelling behoudt tijdens het snijden. Ik bereikte dat met een stukje schuimrubber, dat ik met de busjes tegen het handvat aanklemde.

Ik bespreek de uitlijning van het staartwieltje nog nader als we van start gaan met het snijden van de schuimprofielen.
We zijn nu klaar met de snijboog.

Het maken van het trekmechaniek

Natuurlijk mag best wel wat van de aangegeven maten worden afgeweken als je dat beter uitkomt.

Zaag van de 1520 mm vuren latten 1320 mm af. Zaag van de rest een stuk van 100 mm af, dat dienst gaat doen als verbindingstuk tussen de vaste arm en de zwenkarm.

Vervolgens gaan we gaten boren!
De gaten zijn op dit moment nog niet echt nodig, maar ik vond het gemakkelijker om dat maar vast achter de rug te hebben.
Deze 6 mm diepe gaten dienen om de asjes van de katrollen in te schroeven. Het voorkomt dat het hout gaat splijten als de katrol-assen op hun plaats worden geschroefd.
Zie afbeelding 7.

Neem een van de 1320 mm latten, die de vaste arm wordt. We gaan gaten boren, zowel in de bovenkant als in de voorkant.
De gaten die ik boorde koos ik op een onderlinge afstand van 25 mm, de bovenkant 12,5 mm verspringend ten opzichte van de voorkant. Waar je begint met boren is minder belangrijk.

Neem nu het 100 mm lange verbindingstuk en de zwenkarm, leg ze op hun plaats, zoals op de tekening is aangegeven en boor een gat door beide delen. In het gat moet een busje passen waar doorheen een boutje gaat en met een borgmoer wordt afgezekerd. De zwenkarm moet op die manier vrijdraaiend kunnen bewegen.
Bevestig nu het 100 mm verbindingstuk aan de vaste arm met twee schroeven.
Zie afbeelding 8.

Neem nu twee schroeven en schroef die in de uiteinden van de vaste arm en de zwenkarm zoals te zien is op afbeelding 9.
Maak van een stukje touw een lusje van een zodanige lengte, dat de zwenkarm evenwijdig komt te hangen aan de vaste arm. Dat maakt het afbouwen van het trekmechaniek wat gemakkelijker.

We moeten nu de lengte van de zwenkarm opdelen in 100 gelijke (percentage)delen. We beginnen in het draaipunt met 0 en eindigen aan het andere uiteinde van de zwenkarm met 100.
Daarvoor zal een lengte beschikbaar zijn van zo'n 1300 mm. Dit verdeeld in 100 gelijke stukjes levert een afstand van 13 mm overeenkomend met 1%. Zet over de gehele lengte van de zwenkarm markeerstreepjes om de 13 mm en plaats bijv. om de 5 streepjes het bijbehorende percentage, zie afbeelding 7 en 9. Dat is straks makkelijker bij het aflezen en instellen.

Bevestig de vaste arm aan de zijkant van je werktafel, zodanig dat de bovenkant iets boven het tafelblad uitsteekt waardoor de katrollen vrij kunnen draaien.

Gefeliciteerd, je hebt een geautomatiseerde schuimprofiel-snijmachine gemaakt!
Nu het bouwen klaar is wordt het tijd om ons eerste profiel te gaan snijden.

Het is niet de bedoeling in dit artikel om uitvoerig in te gaan op de vleugelprofielmallen en de elektrische stroomvoorziening, maar ik neem de vrijheid om in het kort uit te leggen hoe ik mijn mallen maak en welke stroomvoorziening ik gebruik.

De mallen
Ik kocht een paar jaar geleden het profielenprogramma "Profili" en wat een plezier heb ik daarvan gehad. Zie de link naar de maker ervan aan het eind van dit artikel.

Allereerst koos ik het profiel, dat ik wilde gebruiken, typte de koordlengte in, de beplankingsdikte, de torsie en exporteerde daarna het bestand naar mijn computer aided design (CAD) programma om het vervolgens naar een lasersnijder te sturen.

Ik veranderde de voorkant en de achterkant van het profiel zodat de gloeidraad minder scherpe hoeken hoeft te maken aan de beide uiteinden (zie afbeelding 10). De bovenste afbeelding is het profiel zoals het uit Profili komt, de onderste twee laten zien hoe ik de uiteinden veranderde.

Aan het eind van dit artikel laat ik met een tweetal foto's zien hoe de neus van het profiel in de mal past en je zult merken dat er nauwelijks aan geschuurd hoeft te worden.

Profili is erg goed geschikt om nauwkeurige mallen te maken en om automatisch (tip)torsie daarin mee te nemen.

Een gratis versie van Profili is te downloaden vanaf deze Ikarus-site. Het is weliswaar de verouderde versie 1.2 maar voor het uitprinten van profielen uitstekend geschikt en... gratis!

De elektrische voeding
Toevoeging van de vertaler:
Dit gedeelte van het bouwverslag heb ik aangepast aan Nederlandse omstandigheden en aan een door mijzelf gebouwde elektrische voeding. Veel verstand van elektronica heb ik niet, maar op internet zijn redelijk veel begrijpelijke instructiefilmpjes te vinden voor de bouw van een elektrische voeding voor een schuimsnijapparaat en die heb ik dan ook netjes opgevolgd. Je hebt daarbij de volgende onderdelen nodig:

● Een transformator, ingang 220 V wisselspanning, uitgang 24 V wisselspanning, minimaal 2 Ampère.
● Een dimmer.
● Een aan/uit schakelaar met controlelampje.
● Een zekering 250 V, 2 A en een zekeringhouder.
● Twee pluggen en twee bananenstekkers.
● Twee krokodillenklemmen.
● Elektriciteitsnoer.
● Een kunststof doos om alles in te bouwen.

De keuze van de onderdelen komt niet zo nauw. Ik heb vrijwel alleen maar gebruikte onderdelen van zolder weten weg te halen (ik bewaar nog wel eens wat). Maar je kunt ook gestabiliseerde voedingen kant en klaar kopen. Het mag zowel wisselspanning als gelijkspanning zijn.
Ik heb alles in een oude kunststof luidsprekerbehuizing ingebouwd en de aansluitklemmen daarvan gebruikt als de 24 Volt uitgang. Ik had dus geen pluggen en bananenstekkers nodig.
Zie de afbeeldingen 11 en 12 van het uiteindelijk resultaat van mijn elektrische voeding.

Op de linkerfoto het kant en klare voedingskastje met de dimmer er bovenop gemonteerd. Rechts een kijkje in het binnenwerk: de trafo zit gemonteerd op de deksel van de luidsprekerbox en de bedrading en aansluitingen naar dimmer, schakelaar, controlelampje en zekering bevinden zich langs de zijkanten en op de achterkant van de box.

Het elektrische schema van het geheel is ook vrij eenvoudig, zie afbeelding 13 hieronder:

De schakelaar kan achterwege worden gelaten als de dimmer een drukschakelaar heeft. Het controlelampje zit bij mijn schakelaar er vast aan, maar schakelaar en lampje mogen natuurlijk ook aparte onderdelen zijn. Het dient slechts voor controle of er wel spanning op het circuit zit. Als je met de dimmer de spanning gaat verhogen zie je ook het controlelampje steeds feller oplichten.

Werken met 220 Volt heeft altijd risico's. Wees daarom uiterst voorzichtig met de elektrische bedrading en zorg dat alles netjes geïsoleerd in de behuizing (bij voorkeur kunststof) wordt ondergebracht. Als extra veiligheid is het raadzaam om de stalen beugeldelen van de boog te isoleren met een krimpkous van voldoende lengte, zodat je die ook veilig kunt beetpakken.

Voor de snijdraad heb ik weerstandsdraad genomen, dat bij Conrad te bestellen is (bestelnr. 421201-89, 10 m isachrome weerstandsdraad, diam. 0,5 mm, voor slechts enkele euro's).
Het zal even uitproberen zijn bij welke spanning en stroomsterkte de mooiste snedes worden gemaakt, maar verwacht mag worden dat het tussen de 1 en 2 Ampère zal liggen.

Nu gaan we weer verder met het verslag van de Amerikaan Curtis Suter:

Voorbereiding van de schuimplaat
Ik gebruik 5 cm dikke blauwe schuimplaten van een grote bouwwinkel. Eerst snij ik de schuimplaat in de vorm van de vleugel, waarbij ik aan de voor- en achterkant zo'n 6 mm extra ruimte neem dan de gewenste vleugelkoorde. Daarna snij ik de schuimplaat exact op de gewenste vleugellengte.

Voor dat afsnijden gebruik ik twee hardhouten hulplatten van 30 cm lang (vierkant 12 mm) en schroef die vertikaal tegen de rand van mijn werktafel. Dit maakt het mogelijk om met een stalen lineaal de snijlijn exact te fixeren om daarna mijn boog op te warmen en te gaan snijden.
Zie afbeelding 14.

Wat ballastgewicht op de schuimplaat voorkomt dat de plaat kan verschuiven.
Dan pak ik mijn boog met de hete draad en leg die tegen de vertikale latten en geleid de draad naar beneden het schuim in. Ik laat het gewicht van de boog de snede maken.
Zie afbeelding 15.

Het instellen van het snijapparaat
Nu hebben we een blok schuim met de exacte vleugellengte en 6 mm extra ruimte aan zowel neus- als achterlijst van de vleugel. Ik plak nu een groot vel tekenpapier op de werktafel, groter dan de omvang van de schuimvleugel, en teken daarop de achterkant en de voorkant van de vleugel door een lijn te trekken tussen de uiteinden van wortelkoorde en tipkoorde.

Opgelet: Teken de achterkant van de vleugel aan de kant van de vaste arm, evenwijdig daaraan. Deze lijn wordt gebruikt om de mal-bovenkanten en mal-onderkanten te fixeren.

De mallen zijn gemerkt met de beginpunten van voor- en achterrand, respectievelijk 0 en 10 (zie tekening mallen, afbeelding 10). Het is de bedoeling, dat we straks bij het snijden bij de 0 van wortel- en tipkoorde beginnen en ook gelijk bij 10 uitkomen.
Bij de mallen maak ik gebruik van een 12 mm lang aanloopstuk aan de voor- en achterzijde, zodat de totale mal-lengte 6 mm aan beide kanten voorbij het schuimblok steekt, want die was immers slechts 6 mm ruimer genomen aan voor en achterzijde.
Zie afbeelding 16.
Hierop is de mal van de wortelkoorde te zien. De getrokken lijnen verbinden de startpunten 0 en 10 van wortel- en tipkoorde. Deze vallen dus samen met de markeerstreepjes op de mal van het beginpunt 0 tot het eindpunt 10 van het profiel.

Leg het schuimblok met de achterkant evenwijdig aan de vaste arm. Voor een taps toelopende vleugel moet de achterlijst altijd evenwijdig lopen met de vaste arm en zal de boog onder een schuine hoek met het snijden beginnen. Het snijden begint aan de voorzijde van het profiel en we beginnen met de onderkant van het profiel. Ik verzwaar het schuimblok met wat gewicht om te voorkomen dat het tijdens het snijden gaat verschuiven.

Ik fixeer de mallen op het schuimblok d.m.v. 3M Scotch ATG 924 plakband. Misschien is het handiger om de mallen uit te lijnen met een pin of spijker. Leg daarvoor de onder- en bovenmallen op elkaar en boor twee gaatjes door de mallen, één aan de voorzijde en een aan de achterzijde. Druk de pinnen door de gaatjes vast in het schuimblok om ze op de plaats te houden. Als je dan gaat wisselen van de mal-onderkant naar de mal-bovenkant dan behouden de gaatjes in het schuim dezelfde uitlijning van de mallen.

Als er een verdraaiing in de vleugel moet komen naar de tip toe, dan is dat al automatisch verwerkt in de profielen, die met Profili zijn uitgeprint.

Nu zijn schuimblok en mallen uitgelijnd, maar waar bevestigen we de trekdraden aan de zwenkarm en waar bevinden zich de katrollen? Als we een vleugel snijden met een constante koorde, hetgeen betekent dat wortel- en tipkoorde evengroot zijn, dan bevestigen we beide trekdraden aan het 100% -punt. Want als dan de zwenkarm naar beneden beweegt zal zowel de wortelkoorde als de tipkoorde met dezelfde snelheid gesneden worden.

We gaan echter een vleugel snijden met verschillende wortel- en tipkoorde dus moeten we bij de kortere koorde een langzamere snijsnelheid hebben. De snijdraad moet aan de voorzijde van het profiel mooi gelijktijdig de schuimplaat ingaan en er aan de achterlijst ook weer bij wortel en tip precies gelijktijdig uitkomen. Als dat niet gebeurt dan krijg je geen goed zuiver profiel.
Laten we eens uitgaan van een wortelkoorde van 25 cm en een tipkoorde van 17,5 cm. De trekdraad aan de kleinere kant zal dus op een percentage uitkomen kleiner dan 100%, zodat als de zwenkarm naar beneden gaat tijdens het snijden, de kortere koorde op een langzamere snelheid wordt gesneden.

Laten we nu eens gaan bepalen op welk percentage de trekdraad aan de korte koordekant op de zwenkarm moet worden vastgezet.

De trekdraad aan de lange kant wordt altijd vastgezet aan het 100%-punt van de zwenkarm.
Om te bepalen op welk percentage de trekdraad voor de korte kant aan de zwenkarm moet worden bevestigd is een klein beetje rekenwerk nodig. Eigenlijk niet zo moeilijk, deel de korte koorde door de lange en vermenigvuldig het resultaat met 100 en je zit aardig in de buurt.
"In de buurt", ja, want zo simpel ligt het niet. Dat komt, omdat de trekdraden op enige afstand van de schuimplaat lopen en dus een andere verhouding tot elkaar hebben dan de te snijden koorden, die dichter bij elkaar liggen.
Om de juiste percentageplek voor de korte koorde op de zwenkarm te bepalen gebruiken we de volgende twee formules:
De eerste waarde, die we moeten bepalen noemen we R1:
R1 = ((lange koorde - korte koorde) / schuimplaatlengte) x ((afstand tussen de trekdraden - schuimplaatlengte) / 2)
Het juiste percentage voor de korte kant vind je dan als volgt:
(korte koorde - R1) / (lange koorde + R1) x 100

Een voorbeeld:
Stel dat ons vleugelprofiel een 25 cm en een 17,5 cm koorde heeft en een spanwijdte van 50 cm. De trekdraden zitten 60 cm uit elkaar.
De simpele benadering zou een uitkomst opleveren van (17,5 / 25) x 100 = 70%.
Een exacte berekening komt echter uit op een percentage van 65%.
R1 = ((25 - 17,5) / 50) x ((60 - 50) / 2) = (7,5 / 50) x 5 = 0,75
Het juiste percentage wordt dan:
(17,5 - 0,75) / (25 + 0,75) x 100 = (16,75 / 25,75) x 100 = 65,05% = afgerond op 65%.

Toevoeging van de vertaler:
Je kunt het percentage voor de korte koorde van ieder te snijden vleugelprofiel volgens bovenstaande formules uitrekenen.
Veel handiger is het om het fraaie Excel rekenblad van Curtis Suter, Foam Cutter Calc, te gebruiken, dat ik na veel gezoek op internet heb kunnen vinden.
Zie afbeelding 17.
Gewoon de gegevens in de gele vakjes invoeren en het percentage rolt er dan automatisch onderaan in rood uit. Het Excel rekenblad is hier te downloaden, door op de volgende link te klikken:
Download Foam Cutter Calc.xls.
Het is daarbij wel nodig dat je het programma Excel op je PC hebt staan.
Nu weer verder met Curtis Suter's verslag:

Nu we weten waar de trekdraden bevestigd moeten worden gaan we de draden over de katrollen leiden en aan de zwenkarm bevestigen. Knip je trekdraden in twee lengtes van elk ongeveer 150 cm. Deze draden worden gebruikt om de snijboog door het schuim te trekken. Ze worden aan de weerstandsdraad van de snijboog bevestigd d.m.v. krokodillenklemmen.

Neem nu de snijboog en centreer de snijdraad t.o.v. de mallen en leg de draad tegen de kopse kant van de mallen. De trekdraden moeten loodrecht op de vaste arm staan en de krokodillenklemmen net even buiten het schuimblok - niet bij het uiteinde van de boog.
Bevestig de klemmen aan weerszijden van de snijdraad, schroef vervolgens een katrol op de bovenkant van de vaste arm, zodat de draad naar rechts kan worden geleid. Neem een tweede katrol en bevestig die op de voorkant van de vaste arm, zover mogelijk naar het rechter eind. Dit is de enige katrol die nooit meer verplaatst hoeft te worden. Het is onze 100% katrol, die bij de wortelkoorde hoort.
Neem nu de trekdraad van de wortelkoorde en leid die over de beide katrollen en verbind het aan de zwenkarm m.b.v. een klem. Geleid dan de trekdraad van de tipkoorde soortgelijk over twee te plaatsen katrollen en klem het vast op het 65% punt van de zwenkarm.

Als we de andere helft van de vleugel gaan snijden verwisselen de wortel- en tipkoorde van plaats. Verwissel daarvoor alleen de bevestigingspunten op de zwenkarm en leid de trekdraden over de katrollen naar hun nieuwe plek. De posities van de klemmen blijven onveranderd. De trekdraden kruisen elkaar als gesneden wordt met de kleine koorde aan de rechter kant, maar dat levert geen problemen tijdens het snijden. Zie afbeelding 18. De trekdraden kruisen elkaar net boven aan de rechterkant van de linker katrol op deze foto.

Het testen van het snijden
De opstelling is klaar dus laten we maar gaan snijden.

Het laatste onderdeel van ons boodschappenlijstje is de zak met bonen of een ander gewicht. Zie afbeelding 19.
Ik gebruik een zak met een gewicht van 500 gram, opgehangen ter plaatse van het 50% punt van de zwenkarm. Het zal duidelijk zijn dat hoe dichter het gewicht naar de 100% verschoven wordt des te sneller het snijden zal verlopen.

Met mijn gekozen instelling met een 0,4 mm snijdraad, 500 gram op het 50% punt, een stroomsterkte van 1,8 ampère en gebruik van blauw schuim, krijg ik een perfecte snede. De snelheid van het snijden ligt dan tussen de 1 à 2 seconden per centimeter, dat overigens varieert afhankelijk van waar je telt, aan de lange koorde of aan de korte.

Het is echt allemaal even uitproberen, wat in jouw situatie de beste instelling zal zijn. Doe wat proefstukjes, maak notities en wees niet benauwd om wat schuimplaten te verspillen.

Het staartwieltje is er om te voorkomen dat de boog zich zijdelings gaat verplaatsen tijdens het snijden. Stel het wieltje zodanig in, dat het loodrecht staat op de beginrand van de schuimplaat zoals het op de tafel neergelegd is of richt het lichtelijk meer op de langere koorde. Ook hier gewoon weer uitproberen. Beweegt de boog zich tijdens het snijden toch naar de een of andere kant, dan kun je het wieltje iets bijdraaien om dat weer bij te stellen.

Nu volgt de afronding van de testfase.
Verwijder voorzichtig het ballastgewicht van de schuimplaat en leg dat achter de plaat om te voorkomen dat die naar achteren schuift. Plaats de snijdraad strak tegen de kopse voorkanten van de mallen en bevestig je trekdraden met de (lijm)klemmen aan de zwenkarm onder dezelfde trekspanning.

Met de stroom er nog af houd ik het booghandvat vast en verwijder het korte lusje dat de zwenkarm nog vasthoudt aan de vaste arm. Houd de snijdraad op de bovenkant van de schuimplaat en terwijl je een beetje druk houdt op het snijbooghandvat laat je de snijdraad naar achteren glijden, alsof het aan het snijden is. De draad moet daarbij tegelijkertijd beginnen en eindigen bij resp. de beginranden en de eindranden van de beide mallen.
Als de draad niet helemaal gelijk bij het eind komt kun je dat bijstellen bij de trekdraad van de kleinere koorde waar deze aan de zwenkarm zit bevestigd. Blijf net zo lang bijstellen totdat je ervan overtuigd bent dat begin en eind perfect getimed zijn.

Het snijden
Nu de testen goed zijn verlopen zorg je ervoor dat de schuimplaat niet meer verschuift en leg je de ballastgewichten er weer bovenop. Leg de snijdraad vervolgens strak tegen de kopse kanten van de mallen, lijn het boogwieltje opnieuw uit en verzeker je ervan dat de trekdraden netjes door de katrollen zijn geleid en ze goed vast zitten op de juiste plekken van de zwenkarm en onder gelijke spanning.

Op afbeelding 20 is de toestand te zien vlak voor het snijden. De snijdraad ligt tegen de kopse kanten van de ondermallen aan.

Nu gaan we onze eerste snede maken. Voer hitte toe aan je snijboog door de electrische voeding aan te zetten. Je draad mag niet rood worden. Als dat wel gebeurt heb je de draad veel te heet!

Ik houd de boog in de ene hand en verwijder met de andere het lusje, waarmee de zwenkarm vast zit aan de vaste arm. Dan leg ik mijn beide handen op de benen van de boog, dichtbij waar de snijdraad aan de boogbenen is bevestigd, leg ze op de randen van de mallen en geleid ze langzaam het schuim in.

Als de draad eenmaal volledig in het schuim is verdwenen laat ik de boog los en aanschouw het magisch gebeuren.

Op afbeelding 21 hebben we al een derde deel van de onderkant gesneden.

Wees erop bedacht om de boog en/of de zwenkarm op te vangen als de draad bij het eind van de schuimplaat is gekomen. Verzeker je ervan, dat je ook de stroom op de boog uitzet na het snijden.

Wees erg voorzichtig met de hete draad en de elektrische voeding. Je werkt met stroomsterktes die dodelijk kunnen zijn en een hete draad brandt heel snel door je huid heen!

Let bij afbeelding 22 eens op het verloop van de trekdraden. De korte draad links is vastgeklemd op het 72% punt van de zwenkarm.
Eigenlijk ben ik op deze afbeelding een andere vleugel aan het snijden dan die van ons voorbeeld en daarom is de trekdraad niet op het 65% punt bevestigd, iets dat de oplettende kijker natuurlijk al direct heeft gezien.

Op afbeelding 23 zijn we al een stukje op weg met het bovenprofiel.

Bij afbeelding 24 is de snijdraad bijna bij het einde aangekomen. Het ziet er naar uit dat de draad aan beide uiteinden gelijk uit het schuim gaat komen. Geweldig!

Dat was het!

Het is in werkelijkheid eenvoudiger dan wat het hier lijkt als je het allemaal leest.

Verder is het proberen en nog eens proberen. Verwacht niet dat je eerste gesneden profiel perfect is.

Maar uiteindelijk zul je wel die perfecte profielen gaan snijden. Het bewijs zie je op mijn afbeeldingen 25, 26 en 27. Er kwam geen schuurpapier aan te pas bij deze profielen.

Op afbeelding 25 is de volledige vleugel te zien.

Afbeelding 26 laat de wortelkoorde zien met het profiel AG455ct en op afbeelding 27 de tipkoorde met het profiel AG46ct.


Tot slot nog wat aanvullende tips:



Tips en andere technieken
1. Wanneer je het onderste profiel snijdt ontstaat door de trek op de snijdraad de neiging dat ter plekke van het lagere gedeelte van de profielrand de draad niet over deze geleiderand gaat, maar onder een hoek door het schuim gaat. Daardoor ontstaat geen zuiver profiel. Ik oefen daarom een beetje benedenwaartse en voorwaartse druk uit op de boog, totdat de draad voorbij dit gedeelte van het profiel is. Daarna laat ik het weer los.
Je zou ook wat gewichtjes op de boogbenen kunnen schuiven om op die manier de extra druk te realiseren. Als je dan het bovenprofiel snijdt kun je de gewichtjes weg halen of opschuiven richting booghandvat om de druk te verminderen.


2. Een andere methode om profielen te snijden, die bijvoorbeeld sterk taps toelopen, zoals vleugeltips (winglets) en hoogteroer(en), is het gebruik van de boog op een draaipunt. David Forbes stuurde een foto van deze methode (zie afbeelding 28 en 29). Er komen geen berekeningen aan te pas omdat je alleen maar het 100% punt gebruikt om met de zwenkarm te trekken. De zwenkarm zorgt voor een mooie gladde snede. De foto's spreken voor zich.

3. David Forbes verving zijn trekdraden van de zwenkarm naar zijn snijboog door buigzaam siliconendraad. Dat bleek ook erg goed te werken.

4. Sommigen hebben baat bij het ophangen van de snijboog vanaf het plafond met een touw aan het handvat van de boog, in plaats van het stuurwieltje te gebruiken. Er moet dan wel voldoende plafondhoogte zijn, bij voorkeur 3 meter.

Veel succes met de bouw en het werken met deze schuimprofielsnijder,
Curtis Suter.

Links:
Voor hen die het allernieuwste "Profili" programma willen hebben (kosten vanaf 15,- Euro): www.profili2.com.

Nagekomen tips
Het blijkt toch vrij lastig om in ons land "losse" katrolwieltjes te kopen.
Wel zijn er in de diverse bouwmarktwinkels katrollen in houders te koop. Zelf kocht ik de hiernaast afgebeelde katrollen voor enkele euro's bij de Welkoop.
Om het kunststoffen katrolwiel (rond 32 mm) er uit te krijgen sleep ik de kop van het asje met een slijpsteen weg en kon het wieltje er zo tussenuit schuiven.
De op deze manier verkregen 4 wieltjes kunnen vervolgens met bijpassende schroeven en tussenringetjes op de vaste arm geschroefd worden en klaar is Kees!


N.B. Op 28 mei 2014 is er een demonstratieavond voor onze vliegclub georganiseerd, waarop het vleugelsnijden met dit apparaat stap voor stap uitgevoerd is.
Geïnteresseerden kunnen daarvan een fotoreportage bekijken.



Terug naar het TIPS-overzicht